Dr. Frédéric Vanden Eynden, hartchirurg in het Erasmusziekenhuis, prof. Nicolas Baeyens, hoofd van het laboratorium voor fysiologie en farmacologie aan de ULB, en biomedisch ingenieur Chloé Goemans hebben hun expertise gebundeld om een algoritme te ontwikkelen dat de prestaties van ECMO-machines op intensieve zorg aanzienlijk verbetert.
ECMO-machines – systemen voor extracorporale circulatie – werden oorspronkelijk ontwikkeld om het hart van patiënten leeg te maken tijdens hartoperaties, zodat chirurgen konden werken zonder hinder van hartslagen. Al snel verhuisden ze van de operatiekamer naar de intensieve zorg, waar ze het falende hart overnemen van patiënten in cardiogene shock. Hun missie: bloed pompen en zuurstofrijk bloed naar de organen brengen. Toch worden hun verdiensten op dit vlak pas sinds iets meer dan vijf jaar officieel erkend.
Een innovatief algoritme van een ULB-trio
Die erkenning maakte de weg vrij voor accessoires die de prestaties van het toestel verder optimaliseren. Met name de oplossing van de oprichters van AETECH automatiseert met een algoritme de realtime aanpassingen van de bloedstroom. Doel: de zorg voor patiënten verbeteren én de werklast van zorgpersoneel verminderen.
Het project wordt gedragen door dr. Vanden Eynden (diensthoofd hartchirurgie in Erasmus), prof. Baeyens (hoofd van het laboratorium voor fysiologie en farmacologie aan de ULB) en zijn oud-studente, nu biomedisch ingenieur en onderzoekster, Chloé Goemans.
“We zijn complementair: mijn sterk technische profiel, de medische expertise van Frédéric die het concept bedacht, en Nicolas’ focus op biomechanica en de impact van hemodynamica op patiënten,” legt Chloé uit.
Aanvankelijk voorgesteld als onderwerp van haar masterproef, bleek het project al snel een positieve impact te hebben op patiëntenzorg en de praktijk op intensieve zorg. Chloé werd in 2021 aangeworven door de ULB, legde in 2022 de eerste contacten met Innoviris en richtte recent samen met het team de spin-off AETECH op, die nauwe banden onderhoudt met de universiteit.
Onderzoek en business
Doorheen de tijd is Chloé, die altijd in de gezondheidszorg actief wilde zijn zonder arts te worden, de drijvende kracht achter AETECH geworden:
“Ik heb telkens gepivoteerd volgens de noden van het project. Als het kon, had ik onze oplossing gewoon ter beschikking gesteld van de ziekenhuizen. Maar voor ons voortbestaan was een product, een spin-off en een businessaanpak noodzakelijk. Ondanks mijn technische achtergrond besefte ik snel dat ik me moest verdiepen in regelgeving, intellectuele eigendom, business, financiën… eigenlijk alles.”
De lifetech-cluster, de MedTech Accelerator, Innoviris en meer
Ze benadrukt hoe belangrijk de steun is:
“Gelukkig weet ik bij wie ik advies kan vragen. In 2023 nam ik deel aan de MedTech Accelerator (een programma van lifetech.brussels) – een eerste grote stap. Met AETECH wonnen we zelfs de publieksprijs met onze pitch! De cluster heeft me enorm veel bijgebracht – de coaches ondersteunen me nog steeds en het ecosysteem is heel waardevol. Tijdens de evenementen ontmoet je andere ondernemers, je kan elkaar helpen, vragen stellen en ervaringen delen. Leren van de fouten en successen van anderen is heel nuttig. We zijn geen concurrenten, we streven allemaal naar hetzelfde doel.”
Het trio is ook trots op de positieve ontvangst vanuit zowel de medische wereld als de ECMO-industrie, evenals hun integratie in het acceleratorprogramma imec.istart.
Toekomstplannen
Ondanks de vooruitgang blijft er nog veel werk:
“We hebben veel moeten improviseren om het algoritme te valideren, maar dat is nu afgerond. We werken aan een nieuw toestel dat voldoet aan alle normen voor klinisch gebruik. Eerst zullen we patiëntgegevens koppelen zonder rechtstreeks in te grijpen, om na te gaan of ons toestel de juiste antwoorden geeft. Pas daarna kan een echte klinische studie plaatsvinden.”
Het team hoopt hiermee investeerders te overtuigen, al nuanceert Chloé:
“Investeerders willen klinische data zien, die we nog niet hebben. Het is een kwestie van timing. Velen hebben al geïnvesteerd en wachten op resultaten vooraleer opnieuw te investeren. Ons doel is om tegen 2026 fondsen te hebben opgehaald en het product in 2029 op de markt te brengen na de klinische studies. Intussen zal AETECH uiteraard beschikbaar zijn voor ziekenhuizen die het willen gebruiken in klinische studies.”
Brusselse identiteit
Dit 100% Brusselse project – geboren aan de ULB, ondersteund door Innoviris en gedragen door alle universitaire ziekenhuizen van Brussel – heeft alle troeven om te slagen. Chloé benadrukt dat Brussel een bijzonder gunstig ecosysteem voor medtech biedt:
“Brussel en België hebben een mooie toekomst in de sector. De Brusselse en andere regionale overheden hebben dat goed begrepen. De wil, de fondsen en de subsidies zijn er om projecten en bedrijven te ondersteunen. We zitten op het goede spoor, maar we moeten vooral de kleine, beginnende projecten blijven steunen.”